Manuele Therapie Marsman
De Manuele Therapie Marsman is een specifieke onderzoek-en behandelingsmethode gericht op het ongestoord functioneren van de wervelkolom.
Na jarenlange, nauwgezette waarneming is deze methode zowel theoretisch als praktisch ontwikkeld door Jaap Marsman † en de huidige docenten Ben Gelevert en Herman Leferink.
Om de M.T.M. te kunnen toepassen, moet men allereerst beschikken over een zeer uitgebreide kennis van de bij actieve en passieve beweging ongestoord functionerende wervelkolom. Voorts is in hoge mate bekwaamheid vereist in het bepalen van het optimale en van het beperkte functioneren.
Deze komen tot uiting in fenomenen die individueel bepaald worden door de fysiologische bewegingspatronen van de wervelkolom. Wij duiden de laatste aan met de term ‘voorkeursbewegingen’.
Hierbij spelen de biomechanische wetmatigheden een belangrijke rol. Het beperkt functioneren laat zich vaststellen wanneer de optimale functie is gevonden. Het resultaat van de behandeling zal in de eerste plaats afhangen van het inzicht in en de kennis van het functionele bewegen en vervolgens van de technische vaardigheid in het uitvoeren van de handgrepen. De zo-even genoemde fysiologische bewegingspatronen zijn gebaseerd op het driedimensionale functionele bewegen zoals dat is beschreven o.a. door Stoddard en door Van de Bijl(Sr):
In de M.T.M. worden vier typen onderscheiden.
De wervelkolom, die men als één totaliteit moet zien, wordt in de diagnostiek en therapie in drie functionele eenheden verdeeld:
a. de lumbale wervelkolom in relatie met het bekken
b. de thoracale wervelkolom met ribben en sternum
c. de cervicale wervelkolom in relatie met kop en schedelbeenderen
Bij een klachtenpatroon is er sprake van een verminderde mobiliteit op een of meer niveaus van de wervelkolom, waardoor er daar een dysbalans kan ontstaan in de statiek.
De therapie bestaat nu in het opheffen van deze onbalans door middel van een uiterst subtieleen gerichte mobilisering, waardoor de patiënt weer komt tot een voor hem zo gunstig mogelijke houding en manier van bewegen. De benadering is onafhankelijk van de pathologie die aan de functiebeperking ten grondslag ligt.
De behandelingstechniek is in het algemeen eenvoudig, de diagnostiek daarentegen gecompliceerd.
Verder verschaft de M.T.M. een specifiek, eigen kinesiologische inzicht in het bewegingsapparaat, wat in de fysiotherapie dienstig is op het gehele gebied van de bewegingstherapie. Door zijn zeer gerichte en subtiele gedoseerde uitvoering van de mobilisering, aangepast aan de presentie en klachten van de patiënt, kent de M.T.M. geen contra-indicatie.